Van de vier seizoenen is de herfst veruit mijn favoriet, wat best vreemd is voor iemand die in de lente is geboren.

In deze periode doen mensen het vaak wat rustiger aan, maar ik krijg juist extra energie, een soort van herfstkriebels als het ware.

Eind augustus kijk ik de bladeren van de bomen en als het dan eindelijk zover is, richt ik thuis een herfsthoekje in, met blaadjes in verschillende kleuren, stenen egeltjes, plastic paddenstoelen en beeldjes van vogeltjes met een eikel op hun kopje. Kneuteriger kan het niet!

Onze dochter schaamt zich kapot en als haar vrienden komen chillen, gooit ze er een theedoek overheen.

Ik sleep pompoenen in huis en probeer mijn man zover te krijgen, dat hij daar soep van maakt, wat hij gelukkig regelmatig doet.

Als het droog is en niet te hard regent, struin ik door het Wolfsweidepark of de bossen achter de Statenlaan en snuif de heerlijke herfstgeur op, ik word daar zo gelukkig van!

Het liefst zou ik lekker door de bladeren willen rollen, maar dat kun je als volwassen vrouw niet maken, bovendien wil ik niet voor de dorpsgek worden versleten!

De lente vind ik fijn en de zomer kan ik prima hebben, maar de winter trek ik niet….

Zodra de temperatuur onder het vriespunt daalt, zakt mijn humeur onder nul en kun je maar beter uit mijn buurt blijven!

Als ik ‘s ochtends de gordijnen openschuif en zie dat het gevroren heeft, word ik al stikchagrijnig omdat ik mijn autoruiten moet krabben.

Bij de eerste sneeuwvlokken krijg ik de zenuwen en als het ijzelt, kun je me wegdragen.

Op de fiets trekt de kou door mijn handschoenen heen en mijn voeten voelen als ijsblokken.

Het is dat ik er door de Ommetje-app dagelijks aan wordt herinnerd dat ik een ommetje moet doen, om mijn reeks in stand te houden, anders zou ik die ook nog overslaan.

‘s Nachts lig ik in bed met een pyjama en sokken aan, hoe romantisch wil je het hebben?

Als ‘s morgens de wekker gaat, druk ik minstens 10 keer op snoozen, voordat ik bibberend uit bed stap.

Als het kon, zou ik net als egels en eekhoorns, een winterslaap houden en pas wakker worden, zodra de eerste zonnestralen van de lente doorbreken, maar dat zit er helaas niet in.

Als kind had ik al een aversie tegen de winter, ik begrijp nog steeds niet waarom, want welk kind houdt daar nou niet van?

Terwijl mijn klasgenoten en vriendinnen elkaar bekogelden met sneeuwballen, joelend over een ijsbaantje gleden en op de bevroren sloot schaatsten, zat ik met dikke sokken aan, onder een dekentje voor de kachel, een beker warme chocomel en een boek van de Olijke Tweeling binnen handbereik.

Het moge duidelijk zijn, dat ik de ijs- en sneeuwpret niet heb uitgevonden!

Nu wil ik beslist niemand zijn winterplezier ontzeggen, maar van mij mogen ze dit seizoen overslaan.

Voor het geval er weer eens een ijsbaan op het Sweensplein in Rijen komt, meld ik me zeker niet aan als vrijwilliger!

Door de klimaatverandering zijn de Hollandse winters van tegenwoordig niet meer zo streng, maar als de ijspegels aan mijn neus hangen en het buiten niet meer te harden is van de kou, weet ik wel wat ik ga doen!

Pantoffels? Check, dekentje? check, boek van Saskia Noort in de aanslag? check, warme chocomel met slagroom? Check.

Ach, kan mij het schelen, ik neem er ook een warm worstenbroodje bij van mijn favoriete bakker uit Rijen, zo kom ik de winter wel door!