Ik ben van ná de oorlog en hoop dat altijd zo te houden. Ik heb er dus geen actieve herinnering aan. Toch ben ik er mee opgegroeid, althans…. met de verhalen. Mijn ouders konden er beeldend over vertellen, maar je moest de plaatjes er zelf maar bij verzinnen. Op een gegeven moment kregen we ‘Vijf jaar luchtfront’ in huis, maar op die foto’s en tekeningen was nauwelijks wat te onderscheiden. Vage vliegtuigen en de ingestorte kerk. Het papier van net na de oorlog was ook niet alles. De brokstukken van de kerk spraken trouwens wel tot de verbeelding. Mijn moeder woonde naast de kerk en ze vertelde dat de kabels van de springlading al dagen voor hun deur lagen. Ze had niet zo’n hoge pet op van het verzet, want met een gerichte sabotageactie was die toren volgens haar gespaard gebleven. Zo simpel zal het wel niet geweest zijn want de spitse toren ging eraan. En daarmee ook alle ruiten in hun huis. Vervolgens kwam het spannendste gedeelte uit het verhaal. Te midden van de puinhopen gingen ze gewoon slapen. Hoewel gewoon……. Op een bepaald moment werd ze wakker en zat er een grote kerkrat op het voeteneinde van haar bed. En die was niet in zijn eentje gekomen , maar had zijn hele familie meegebracht. De katten hadden er een dagtaak aan.

Ik moest aan dit verhaal denken toen ik de toegangskaarten van het bevrijdingsconcert ‘It’s all about Freedom’ ontving. Het papier is beduidend beter van kwaliteit en dus zie ik in een minibeeldverhaal de bevrijding van onze dorpen. De bevrijders, hun opmars en de puinhopen. Voor mij blijft de mooiste foto de laatste afbeelding. De tank op de Tip, met daarvoor een aantal Gilse mensen. Een en al blijdschap en het stralend middelpunt vormt mijn moeder als jong meisje. Uiteraard was dit beeld mij erg bekend want die hadden we thuis vaak bekeken begeleid met haar voice-over: ‘ik wilde overal vooraan staan!’ Als geen ander vierde ze het feest van de bevrijding.

5 jaar geleden vormde deze foto de omslag van het boek ‘Bedankt voor de vrijheid’ uitgegeven door Heemkring Molenheide. Binnenin stonden de namen van de plaatsgenoten op de foto. De heemkundigen hadden flink speurwerk gedaan, maar toch waren een aantal silhouetten voorzien van een vraagteken. Mijn moeder was intussen flink aan het dementeren en woonde in Sint Franciscus. Regelmatig kwamen de verhalen uit de oorlog voorbij. Ik toonde moeder de foto op de omslag en vroeg haar wie ze herkende. Uiteraard begon ze met zichzelf, maar vervolgens somde ze alle namen op, inclusief de mensen met een vraagteken. Vijand Alzheimer even teruggeslagen.

Herinneren en herdenken: het blijft belangrijk en iedereen doet het op zijn manier, zelfs te midden van het grote vergeten. Ik hoop dat we over 5 jaar '85 jaar Vrijheid in Gilze en Rijen' mogen en kunnen vieren. De foto’s hebben eeuwigheidswaarde.

Ton de Bruyn