Door Corinne Luijten

Ik mag gerust zeggen dat ik een fijne, onbezorgde jeugd in Oosterhout heb gehad met schatten van ouders, die tot op de dag van vandaag nog steeds voor me klaar staan!

Eén ding hing echter als een zwaard van Damocles boven mijn hoofd: de halfjaarlijkse controle bij de tandarts…

Weken van tevoren sloegen de zenuwen al toe en op de dag dat ik erheen moest, scheet ik de bekende zeven kleuren ontlasting ;)

Mijn broer en ik gingen altijd samen en hoewel het ook voor hem geen pretje was, maakte hij zich er niet zo druk over.

De ellende begon al in de wachtkamer, waar er een treiterig zoemertje klonk, wanneer je aan de beurt was.

De tandarts was een groot chagrijn en zijn echtgenote, die zijn assistente was, keek alsof ze een citroen had ingeslikt.

Het echtpaar Zuurpruim had nog nooit van vriendelijkheid gehoord¸ de sfeer in de behandelkamer was om te snijden en op een beetje begrip hoefde ik al helemaal niet te rekenen.

Dat ik met klamme handen lag te bibberen in de tandartsstoel, werd door de tandenbeul afgedaan als aanstellerij en behalve bij het trekken van tanden en kiezen, deed hij niet aan verdoving.

Na de controle, werd er een plastic gebitje vol smerige smurrie in mijn mond geduwd, dat 5 minuten moest blijven zitten, voor een optimale werking.

Omdat de kans op kwijlen groot was, kreeg ik bij de gratie Gods een plastic bekertje in mijn handen, om het op te vangen.

Ik verdacht die ijstaart ervan dat ze dit alleen maar deed, om te voorkomen, dat de vloer vuil werd.

Vaak braakte ik het gebitje voortijdig uit en moest de hele behandeling overnieuw.

Het viel me trouwens op, dat er tijdens de fluorbehandeling wel een lachje (uit leedvermaak?) vanaf kon.

Omdat mijn vader destijds ambtenaar was, waren wij particulier verzekerd.

'Toevallig vond de tandarts altijd wel een gaatje en natuurlijk kon het vullen niet gelijk, maar moest daar weer een nieuwe afspraak voor worden gemaakt.

Het zal me niets verbazen als het schoorsteentje van de familie Zuurpruim bleef roken door de hoge rekeningen die mijn ouders ontvingen.

Vanaf het moment dat ik ging werken en 'via het ziekenfonds verzekerd was, had ik kennelijk ineens een gaaf gebit en werden de controles afgeraffeld.

De man bleef tot aan zijn pensioen chagrijnig en toen de praktijk werd overgenomen, ging bij mij de vlag uit!

Zijn opvolger was een verademing, hij hield rekening met mijn angst, waardoor ik een stuk minder bang was, om naar de tandarts te gaan!

Acht jaar later vertrok hij richting de randstad en belandde ik bij een grote tandartspraktijk, waar het commerciële belang boven dat van de patiënten ging.

Toch heeft het nog even geduurd, voordat ik overstapte naar een tandarts in Rijen, waar ik inmiddels al weer jaren, naar volle tevredenheid kom.

Ze zijn er ontzettend aardig en geduldig, wat zeker ook niet onbelangrijk is!

Ondanks dat het tandartsbezoek voor mij nog steeds geen feestje is, schiet ik niet meer zo makkelijk in de stress.

Maar mocht ter hoogte van de Zaaren en de Sterkenhoeve de riolering zijn verstopt, dan is het weer tijd voor mijn halfjaarlijkse controle ;)