Een nachtelijke roep en geruisloze vlucht. Een stel scherpe ogen op zoek naar een nietsvermoedende muis. Uilen spreken al sinds de oudheid tot de verbeelding van de mens, mede dankzij hun bijzondere voorkomen, geheimzinnige levenswijze en intelligente blik. Helaas hebben de kerk- en steenuil in Nederland lange tijd in de gevarenzone verkeerd.

Tekst: Marlene Lunter

Foto’s: Cor de Kok

In de jaren ‘80, ontstond het Netwerk Uilenbescherming Brabant onder de coördinatie en begeleiding van Brabants Landschap. In 2007 is onder deze vlag ‘Uilenwerkgroep Gilze en Rijen’ opgericht. “Destijds zijn we gestart met drie nestkasten welke we vanuit Chaam hadden overgenomen,” vertelt Maaike Riemslag. Zij was voorheen coördinator van de werkgroep en is nu nog vrijwilliger. Momenteel bestaat de groep uit zestien vrijwilligers, die 112 nestkasten beheert in Gilze, Rijen, Molenschot, Hulten en Alphen.

Meedenken

“Ons cultuurlandschap staat onder druk” vertelt John Heijligers, één van die vrijwilligers. De schil rondom onze dorpen met kleinschalige erven en boerenbedrijven is de plek waarnaar gekeken wordt voor de uitbreiding van wijken of industrieterreinen. Kleine boerenbedrijven hebben het moeilijk. Oude huizen of schuren worden gesloopt of verbouwd en erven worden opgeruimd. “En dat is het leefgebied van de steen- en kerkuil dat wij beschermen.”

Steeds vaker denkt de werkgroep mee met projectontwikkelaars en gemeenten over de verbetering en inrichting van het buitengebied, bijvoorbeeld wanneer er nieuw gebouwd gaat worden. Verder draait het vrijwilligerswerk om nestkasten plaatsen en controleren, erfeigenaren betrekken bij het beschermingswerk, biotoopverbetering aanmoedigen en zichtbaarheid van het beschermingswerk creëren.

Maaike: “Wanneer er bouwplannen in het buitengebied worden ontwikkeld, worden we als werkgroep al in een vroeg stadium betrokken. Uilen zijn beschermd, de gemeente en de provincie zijn vanuit de wetgeving verplicht om compenserende maatregelen te nemen.”

Een voorbeeld is het Laarspad in Gilze. Hier is in het buitengebied een nieuwe woonwijk ontwikkeld. Door constructief overleg tussen de gemeente en de Uilenwerkgroep is er een bufferzone gecreëerd, een aantal hectare grond die onbebouwd blijft. De onrust van de bouwwerkzaamheden bleef zo op enige afstand van de uilen en na realisatie is het een mooi foerageergebied waar de uilen zich kunnen vestigen. “Om dit compensatiegebied compleet te maken zouden we er graag nog een stel paarden zien lopen.”

Wijkevoort

Een ander voorbeeld is Wijkevoort in Hulten. Hier is in het buitengebied een nieuw industrieterrein ontwikkeld. Door intensief overleg tussen de Uilenwerkgroep en de gemeente Tilburg is er een compensatiegebied van zeventien hectare aangelegd. Het bestaat uit weitjes met koeien, bloemrijke graslanden, struweel en verschillende bomen. Er wordt nog gebouwd aan een schuur die wordt ingericht voor uilen. Zonder dit compensatiegebied mag er niet worden gebouwd. Wat het effect van al de nieuwbouw op de uilen is, is nog maar de vraag. Dit zal de toekomst uit moeten wijzen.

De steenuil is de kleinste in ons land broedende uil. Hij heeft een lichaamsgrootte van 21 tot 23 centimeter en een vleugelspanwijdte van 54 tot 58 centimeter. Steenuilen zijn sterk verbonden aan het kleinschalige agrarische cultuurlandschap. Het zijn standvogels. Ze verblijven het hele jaar in hun territorium, dat relatief klein is. Het activiteitengebied rond de nestplaats is slechts enkele honderden meters. Een nestkast van de steenuil wordt altijd buiten, meestal in een boom, geplaatst.

De kerkuil valt op door zijn hartvormige gezicht. De onderkant van zijn vleugels is licht gekleurd. Zijn rug is roestkleurig, met grijze vlekken en stipjes. Ook zij zijn standvogels. Als ze zich eenmaal ergens hebben gevestigd blijven ze meestal hun hele leven in dat gebied. Slechte weersomstandigheden en voedselschaarste in de winter kunnen leiden tot zwerfgedrag. Een nestkast van de kerkuil wordt meestal binnen in een schuur geplaatst.

Gastgevers

Een essentiële schakel binnen de uilenbescherming is de binding met de gastgevers die hun erf of gebouw beschikbaar stellen voor het plaatsen van de nestkasten. Er zijn erven waar al zeventien jaar een bewoonde kast hangt en vrijwilliger en erfeigenaar samen voor 'hun' uilen zorgen. Johan: “We zijn onze gastgevers daarom ontzettend dankbaar voor het beschikbaar stellen van hun erf of opstallen en hopen dat we er nog lang welkom zijn.” Maaike: “De mens heeft de natuur nodig om te overleven.”

Mede dankzij de vrijwilligers van de Uilenwerkgroep Gilze en Rijen worden de steen- en kerkuil niet langer met uitsterven bedreigd.