Friso Emons (25) werd dit jaar tot sportman van het jaar gekozen tijdens het Tilburgs sportgala. En dat is niet zomaar. Hij draait al jaren mee in de wereldtop van het shorttracken en is een vaste waarde in het nationale team, waarin ook erkende toppers als Suzanne Schulting en Sjinkie Knegt meedraaien. Afgelopen EK won hij - naast een gouden medaille in de ploegenwedstrijd - zilver op zijn favoriete afstand: de 1500 meter. Hoog tijd voor een gesprek.

Door Theo van Etten

“Hoi, Friso hier. Of ik tijd heb voor een interview? Natuurlijk. Maar wel telefonisch graag, ik zit in Polen.”

Het is dagelijkse kost voor de Tilburger. Reizen, schaatsen, reizen, trainen, reizen, schaatsen. Friso’s leven staat volledig in het teken van shorttrack. Twee trainingen per dag, gedurende zes dagen per week en elf maanden per jaar. Op het moment dat Stadsnieuws hem spreekt, bereidt hij zich voor op de laatste wereldbekerwedstrijden van dit seizoen. Dan terug naar Nederland, waar van 15 tot en met 17 maart de wereldkampioenschappen worden gehouden.

Je woont en traint inmiddels in Heerenveen, maar bent geboren en getogen Tilburger. Hoe kwam je eigenlijk met shorttrack in aanraking?

”Mijn ouders namen me als driejarig manneke al mee als ze op natuurijs gingen schaatsen. Toen ik een jaar of zes was, werd ik lid van IJsclub Tilburg, daar ben ik trouwens nog steeds lid. Mijn zus deed in die tijd aan kunstschaatsen. We deden eigenlijk alleen langebaan, shorttrack bestond nog niet echt in Tilburg. Nadat ik een keer meedeed aan een zogenaamd kleine banentoernooi, was ik meteen enthousiast. Naarmate ik ouder werd verschoof het langebaanschaatsen steeds meer naar shorttrack.”

Wat spreekt je zo aan in die discipline?

”Het racen. Man-tegen-mangevechten. De spanning en sensatie die dat met zich mee brengt vind ik heel tof. Tegelijk moet je ongelooflijk snel schakelen in je hoofd. Dat gaat op het scherpst van de snede. Je moet heel snel beslissingen nemen en anticiperen op je tegenstander. Wat gaat hij doen? Wat moet ik doen om hem voorbij te rijden? Hoe voorkom ik dat we elkaar onderuit schaatsen? Dat soort vragen razen door mijn hoofd en omdat je wilt winnen, neem je die beslissingen in een split-second. Dat racen is een zesde zintuig. Vergelijk het maar met schaken, maar dan op hele hoge snelheid.”

Bedoel je een situatie zoals tijdens de finale 1500 meter op het EK?

”Dat was inderdaad typisch zo’n wedstrijd waarin van alles gebeurde en waarin ik het overzicht behield. Voor mij streden twee mannen met elkaar, daarom nam ik voor de bocht wat ruimte zodat ik aan het van de bocht een actie zou kunnen maken. Na die bocht lag ik zelfs eerste. Maar ja, zoiets werkt ook andersom, op de finish was ik weer tweede. Waar ik overigens erg blij mee ben!”

Moet je veel doen (of laten) voor je sport?

”Dat gevoel heb ik zeker niet. Shorttrack is wat ik altijd wilde, daar leef ik voor. Het is een vanzelfsprekendheid geworden. Natuurlijk is mijn sociale kring wat kleiner dan die van de gemiddelde vijfentwintigjarige. Maar eigenlijk ben ik altijd streng voor mezelf geweest en ik leef volgens een strak schema. Het is een kwestie van keuzes maken. En ik krijg er echt veel voor terug hoor.”

Je rijdt de 1000 en 1500 meter en bent een vaste waarde op de relay (aflossing). Waar ligt jouw kracht?

”In mijn sterke uithoudingsvermogen. Bij de relay heb ik aan het einde meestal nog energie over. Mijn favoriete afstand is dan ook de 1500 meter. En aangezien mijn topsnelheid nog steeds omhoog gaat, kom ik ook op de mixed relay steeds beter uit de verf.”

Nu we het toch over successen hebben: wat is je grootste baalmoment?

”Au! Maar dat is zonder twijfel het mislopen van de Olympische Spelen in 2022. Vooral door blessures in de aanloop. En dat terwijl ik eerder nog de beste was bij Invitation Cup, waar we ons moeten plaatsen voor de wereldbekers. Dat jaar was gewoon een opeenstapeling van teleurstellingen. Maar het is een kwestie van tijd voordat het kwartje de goede kant op valt. Op de Spelen van 2026 gaat het hopelijk gebeuren. Gelukkig kan ik op alle fronten nog veel progressie boeken. Als relatieve laatbloeier kom ik nu pas echt in mijn kracht. Ik moet dus nóg slimmer, sterker en sneller worden. En vervolgens die skills in praktijk brengen. Shorttrack is wat dat betreft een echte ervaringssport. Nu pluk ik de vruchten van wat ik in de vorige jaren geïnvesteerd heb.”

Wat zijn je doelen voor de komende jaren?

”Allereerst een persoonlijke wereldbekermedaille: brons op de 1500 meter! Het volgende doel is natuurlijk het WK in Ahoy in maart. Dat is toch een soort Olympische Spelen in eigen land. Vervolgens wil ik mij plaatsen voor de echte Spelen. Dat is op zich al een aaneenschakeling van momenten waarop ik goed moet zijn. Pas dan durf ik verder te kijken. Eenmaal geplaatst … tja, dan is alles mogelijk.”

Update: tijdens de wereldbeker in Gdansk won Friso daadwerkelijk zijn eerste wereldbekermedaille: brons op zijn favoriete 1500 meter.

Wat heb je nog met Tilburg?

”Mijn ouders wonen er nog steeds en als ik naar Tilburg kom, voelt dat als thuiskomen. Van jongs af aan fietste ik vanuit de Reeshof met mijn schaatsspullen en slijpblok naar school en naar de ijsclub. Als ik dan door de gangen van de ijsbaan loop denk ik: hier is alles toch maar mooi begonnen. Ik heb er vaak van gedroomd om hier medailles te winnen. Met de komst van wereldbekerwedstrijden shorttrack in Tilburg de komende jaren, zou die droom zomaar uit kunnen komen. Hoe gaaf is dat?!”

[KADER]

Het shorttrackjaar van Friso Emons

Een seizoen loopt van mei tot maart/april. De zomer geldt als opbouwperiode, dan staan we ook minder op het ijs. De wereldbekers zijn van oktober tot en met februari. Tussendoor is er dan ook een EK en in maart een WK.

Voorafgaand aan de wereldbekerwedstrijden zijn de selectiewedstrijden en dan moet je er wel staan. Slechts zes schaatsers mogen mee, dat wil zeggen: zes mannen en zes vrouwen. Mis je de wereldbekers, dan is het ontzettend lastig om je er nog tussen te schaatsen. Tenslotte zijn er natuurlijk nog de Olympische Spelen, dat is het absolute hoogtepunt.