Als kind maakte Zoë van Engelen (29) de straten van Gilze onveilig op zijn skateboard en skeelers. Tegenwoordig maakt hij deel uit van de Olympische selectie ’Park Skateboarden’ en heeft hij kans om uitgezonden te worden naar Los Angeles in 2028.

Door Marlene Lunter

Als kind zag hij zijn oudere broer Kymer bezig op een skateboard. “Zo vet. Hij vloog op een plank op wielen. In de lucht draaide hij de plank onder zijn voeten en ving hem ook weer op met zijn voeten. Dat wilde ik ook.”

Toen er niemand thuis was, probeerde hij het zelf. Lachend: “Ik ging finaal op mijn plaat.” Dat schrok hem niet af.

Vliegen

Toen er in 2007 een skatebaan in Gilze kwam, ging hij inline-skaten en op skeelers stunts uitvoeren. “Ik heb dat op hoog niveau gedaan, nam deel aan de Nederlandse kampioenschappen.” Niet veel later maakte hij de overstap naar het skateboarden. In de discipline ’park’ is hij momenteel tweede van Nederland.

Op de middelbare school was skaten niet populair. ’Voel je beter, schup een skater’, was de leus. Zoë trok zich er niks van aan. “Ik houd van adrenaline, van snelheid. Ik wil graag vliegen.”

Skateboarden is eind jaren zestig op straat ontstaan. Het was geen officiële sport, maar een manier om op straat te surfen. Intussen bestaan er twee disciplines binnen het olympisch skateboarden: naast park is dat street. Bij street draait het om technische trucs, bij park om het vliegen. Zoë is gespecialiseerd in park.

Sinds 2020 staat skaten op het Olympische programma. Sommige skaters vinden dat te commercieel. Ze houden meer van de lifestyle en je niets aantrekken van de eisen die de wedstrijdsport stelt.

Skateboardles

Zoë is een echte familieman, hij is de tweede in een gezin van vijf kinderen. Beide ouders, Antoine van Engelen en Chella Verhoeven, leerden de kinderen discipline en gaven veel liefde en steun.

Zoë studeerde aardrijkskunde en ging daarna als manager werken bij Pier15, de skateschool in Breda. Nu geeft hij drie dagen per week aardrijkskundeles op een middelbare school in Steenbergen. Daarnaast geeft hij samen met zijn broer Levi skateboardles op scholen onder de naam De Nederlandse Skateschool. “Door het skaten komen de mensen los en maken ze contact met elkaar. Dit heeft een positief effect op het leerklimaat in een klas.”

In 2018 zag hij op internet mensen dansen in een speeltuin op muziek die hij niet kende. “Dat wilden Levi en ik ook. Maar feesten waren nergens te vinden, dus gingen we die zelf organiseren. We begonnen bij de A16 in Rijen. Het was een groot succes.”

Ze gingen ermee door en organiseren nu onder de naam TRI poloski dance-events in binnen- en buitenland en maken ook zelf muziek onder de naam BLYATSQUAD. “Ik achter de draaitafel, Levi rapt over de beats heen”. Daarmee hebben ze op verschillende Nederlandse festivals gestaan.

Zoës droom

Om naar de Olympisch Spelen te mogen, moet je op wedstrijden punten verdienen. Degenen met de meeste punten, wereldwijd, mogen ernaar toe. De competitie is moordend, vooral vanuit Japan en de VS.

Het is Zoës droom om in 2028 op de Spelen in Los Angeles te staan. Hij probeert minimaal drie keer in de week te skaten. Met al zijn activiteiten valt dat niet mee. “Ik ben op zoek naar balans. Ik wil geen keuze maken, het is allemaal zo leuk. Ik heb veel lol in het skateboarden, dat is het belangrijkste.”

In Gilze zijn er plannen om de skatebaan te vernieuwen. “Wij hebben dat vijf jaar geleden al aangezwengeld. Toen werd het niks.” Er is een jury die het ontwerp gaat beoordelen. Tot zijn grote verbazing maakt Zoë daar geen deel van uit. Hij hoopt op een mooie baan en een nieuwe generatie Gilzer skaters.

Hij nodigt iedereen uit te gaan skaten. “Het is een sport voor jong en oud, veilig als je het rustig opbouwt en niet overmoedig wordt. En ontspannend. Als ik een slechte dag heb gehad, ga ik skaten en vergeet ik alles. Lekker buitenspelen, zo noemt mijn moeder het. Als je het eens wilt proberen: meld je maar bij mij op de skatebaan in Tilburg. ”Ik sta voor je klaar om het je te leren.”