Deze week stijgen de temperaturen naar 13 graden, als ik de weerlieden mag geloven. Voor mij betekent het meteen dat ik al lentekriebels krijg. Deze kriebels waren onderhuids al aanwezig, want op 19 januari werden er in mijn omgeving zo’n 80 ooievaars gespot. En als je nu rondrijdt door Brabant zie je die grootse zwart-witte vogel rond banjeren op de Brabantse velden, en vuilnisbelten.

Ooievaars eten echt alles dus ook aas en afval. Daarnaast wordt het in het bos en in onze landschappen weer gezelliger. Natuurlijk kent het winterseizoen heel veel sfeer met mooie mistige momenten. Maar als je door de mist weer de vogelgeluiden hoort, dan begint bij mij het lentegevoel nog meer te kriebelen. Neem nou bijvoorbeeld de roodborsten, die zijn het hele jaar actief, maar volgens mij zingen ze in de lente een stukje vrolijker.

Lijsterachtigen

Het mooie van nu, eind januari/begin februari, is dat er veel soorten lijsters aanwezig zijn. De kramsvogels en koperwieken, trekvogels uit het noorden, zijn nog half aanwezig. Je kunt die twee soorten vaak tegenkomen in weilanden, maar ook in parken en boomgaarden. In sommige streken hebben deze beide soorten de naam dronkenlijsters gekregen. Dit komt omdat deze vogels dol zijn op de bessen van lijsterbes, hulst, kardinaalsmuts en in de kuststreek van duindoorn. Helaas zitten sommige bessen al rottend aan de stuik of liggen zo op de grond. Op zich nog niets aan de hand, maar rottend fruit en bessen maken alcohol vrij. Dat zorgt er dan weer voor dat de dronkenlijsters ongecontroleerde bewegingen maken en niet echt meer snel wegvliegen van al dat heerlijks. Roofvogels weten dat en dus is menig dronkenlijster de Sjaak.

Trekvogels uit het zuiden

Bij de bovengenoemde soorten komen zanglijsters en grote lijsters en de merels, tja die waren er al. We noemen die vogels dan ook standvogels. Langzaam zullen de trekvogels uit het noorden verdwijnen en komen er meer trekvogels uit het zuiden naar ons land. Denk maar eens aan de fitis, de tjiftjaf, de bonte vliegenvanger en nog vele anderen. Op het laatst landen dan de koekoek en nog later de wielewaal, maar nu is het zangfeest in het bos begonnen. Vooral de Turdus philomelos (zanglijster), wat letterlijk betekent ”hij die graag zingt” of ”liefhebber van de zang”, laat goed van zich horen.

Tot slot: neem maar eens de tijd om goed te luisteren naar het heerlijke gezang van die zanglijster. En als je toch even stilstaat, maak dan de gebruik van je neus en snuif de frisse geuren op van de komende lente.