Historicus Kees van der Heijden schreef ‘Steunt de uitgeslotenen’, een boek over het ontstaan en de ontwikkeling van de katholieke arbeidersbeweging in onze gemeente in de vorige eeuw. Het is voor de meeste inwoners van Gilze en Rijen een vergeten stuk geschiedenis.

Tekst: Marlene Lunter Foto’s: Cor de Kok

Het boek werd op 15 december gepresenteerd bij de Heemkring in Gilze onder het toeziend oog van burgemeester Derk Alssema en wethouder Marielle Doremalen. Kees Van der Heijden gaf een geanimeerde inleiding op zijn boek, hetgeen de burgemeester de uitspraak ontlokte dat Van der Heijden niet alleen goed kan schrijven, maar ook goed kan praten.

“De eerste arbeidersvakbond in Gilze ontstond in 1903,” vertelt Van der Heijden aan het weekblad. “Maar het boek is niet zozeer een geschiedenis van de vakbonden, als wel van de strijd van de arbeiders om tot een gelijkwaardige positie in de samenleving te komen. Hoe organiseerden ze zich? Welke strijd leverden ze? Met voorbeelden en anekdotes heb ik het beschreven. Ik laat zien hoe de volgzame, uitgebuite arbeiders zich binnen de arbeidersbeweging leerden uiten en hun arbeidsvoorwaarden ter discussie stelden. Ze traden zelfs toe tot de politiek, lang een bolwerk van de welgestelden.”

Uitbuiting

Het begon allemaal met een vaandel van de spoorwegvakbond die in de kelder van het gemeentehuis lag te verstoffen. “Ik was al langer geïnteresseerd in de arbeidersbeweging en ik dacht dat de eerste bond hier pas in 1915 ontstond. Maar dit vaandel was van 1903.” De spoorwegarbeiders kwamen van buiten het dorp en brachten de arbeidersvereniging mee. De bewoners van Gilze en Rijen, van de leer-, schoen- en steenfabrieken, waren nog niet met de ideeën over betere arbeidsvoorwaarden in aanraking gekomen.

De bedrijven hier waren nog klein. De baas werkte zij aan zij met zijn arbeiders of de arbeiders werkten thuis. “Pas in de Eerste Wereldoorlog groeiden de bedrijven flink en werkten grote groepen arbeiders bij elkaar. Dat was gunstig voor het oprichten van een bond die opkwam voor hun belangen. Vooral in de grote leerfabrieken in Rijen was er sprake van uitbuiting, slechte lonen en lange werktijden. De directeuren, die van buiten het dorp kwamen, kenden hun werknemers vaak niet eens. Zij konden door het bieden van slechtere arbeidsvoorwaarden beter concurreren met andere bedrijven.”

Onderkruipers

De geschiedenis van de emancipatie van de arbeiders is er één van vallen en opstaan. Vakbonden ontstonden in verschillende sectoren, ze groeiden en krompen weer, gingen over de kop en bloeiden weer op.

“In Rijen waren er in het begin twee grote leerfabrieken, de Noord-Brabander en de Nederlander. Op de eerste fabriek werden de arbeiders die lid waren van de vakbond prompt ontslagen, met zo’n 35 tegelijk. Daarop zeiden de arbeiders op de Nederlander hun lidmaatschap op om ontslag te voorkomen. De bond postte bij de fabriekspoort van de Noord-Brabander om te zorgen dat zogenaamde ‘onderkruipers’ het werk niet overnamen. Dat waren arbeiders die onder de slechte omstandigheden die de bond bestreed gingen werken. Of ze namen het werk over van stakers.”

Mooiste vondst

Van der Heijden zocht de geschiedenis bij elkaar op verschillende manieren. Hij was veel online te vinden, vooral op de krantensite van de Koninklijke Bibliotheek. Ook ging hij regionale en landelijke archieven af. “Het was een heel gepuzzel. Ik moest de snippers bij elkaar scharrelen. Ik heb meerdere keren op het punt van opgeven gestaan.”

De mooiste vondst deed hij in het bisdomsarchief van Breda: een brief uit 1915 die het bestuur van de landelijke schoen- en lederbewerkersbond aan de bisschop van Breda schreef. “De katholieke kerk probeerde de bonden tegen te houden, omdat ze bang was dat de arbeiders teveel macht zouden krijgen. In de brief legde het bondsbestuur uit dat een bond niet alleen belangrijk was voor de arbeiders. Als in elke fabriek dezelfde arbeidsvoorwaarden ontstonden, werd oneerlijke concurrentie voorkomen.” Het bisdom ging overstag, maar hield wel een grote vinger in de pap. De bonden moesten katholiek zijn en er was altijd een geestelijk leider bij betrokken. “Wel vooruit, maar niet omhoog was het motto van de kerk.”

Actualiteit

Veel mensen interesseren zich nauwelijks nog voor het verleden, maar de strijd van de arbeiders is een actueel verhaal. “De bonden bevochten in de afgelopen eeuw goede voorwaarden voor de arbeiders. Als je ziet wat er nu gebeurt, lijkt de tijd wel teruggedraaid. Kijk naar de distributiecentra, de pakketbezorgers, hoe de mensen uitgeknepen worden. De winst gaat naar de directie en de aandeelhouders. Als je je bedrijf wilt laten bloeien, moet je investeren in je personeel. Philips was een goed voorbeeld, het bedrijf had hart voor zijn medewerkers. Zij kregen een woning, een opleiding, hun kinderen een studiebeurs. Het lijkt er op dat de strijd die gevoerd is, voor een deel opnieuw gevoerd moet worden.”

Een goede redenen om het boek te lezen. Voor 10 euro heb je een belangrijk stuk geschiedenis in huis. ‘Steunt de uitgeslotenen’ is verkrijgbaar bij Bruna in Rijen en Thuis bij Hapers in Gilze of te bestellen via www.heemkringmolenheide.nl

[KADER]

Historicus Kees van der Heijden (1958) was beleidsmedewerker bij de politie. Sinds zijn pensioen houdt hij zich bezig met de geschiedenis van onze dorpen. Hij schrijft op Wiki Midden-Brabant (portaal Gilze en Rijen) over slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en draagt bij aan de themapagina’s van de Heemkring in dit weekblad. In 2021 verscheen ’Verdwenen tentenstad op de hei’, over hoe koning Willem I wilde voorkomen dat België zich in 1831 af zou scheiden van Nederland en daarvoor bij Rijen een militair tentenkamp inrichtte.