Afgelopen zaterdag werd voor de 19e keer het jaarlijks terugkerende Nacht van de Nacht gehouden. Een belangrijk evenement dat door de Natuur en Milieufederaties wordt georganiseerd. Waarom is dat dan zo belangrijk vragen elk jaar weer mensen aan mij? Wel: dit evenement wordt gehouden om aan te geven dat er veel minder lichtvervuiling moet komen. De ondertitel van Nacht van de Nacht is dan ook ’Laat het donker donker’.

Op die zaterdagavond doven honderden bedrijven en gemeenten lichten van gebouwen en reclameverlichting. En natuurlijk is dat heel mooi, maar waarom enkel die ene nacht? Waarom gewoon niet elke nacht? Natuurlijk gaat het soms ook om veiligheid, maar soms worden gebouwen verlicht om het leuke. Je kunt dan bijvoorbeeld heel mooi de Sint Jan in ’s-Hertogenbosch zien, wordt dan gezegd. Is dat dan nodig vraag ik me af? Je kunt de Sint Jan overdag toch ook al goed zien en hoe mooi is het als in de donkere maanden zo’n gebouw als donker silhouet op haar plek staat? We weten inmiddels ook heel zeker, dat ons land een van de meest verlichte landen van Europa is. Moeten we daar dan trots op zijn? Meteen zijn wij ook een van de landen in Europa waar de sterren niet goed te zien zijn. We moeten in ons land zelfs gaan zoeken naar spaarzame donkere omgevingen om bijvoorbeeld vallende sterren te zien of een meteorenregen.

Een wereld boven ons

Journalist Marjolijn van Heemstra schrijft in haar boek ’In lichtjaren heeft niemand haast’ dat er sprake is van “generationeel geheugenverlies”. Volgens haar wordt steeds minder goed van generatie op generatie overgedragen, hoe een donkere nacht vol sterren voelt en eruitziet. Ik snap dat, want als je in je eigen omgeving naar boven kijkt, zie je ook nauwelijks nog sterren en of een donkere hemel door alle lichtvervuiling. Op een gegeven moment geef je dan de moed op om nog eens in de nacht naar de hemel te turen. Gelukkig is er dus die ene ’Nacht van de Nacht’ en krijgen mensen de kans om te zien dat er een wereld boven ons is. Ze zien meteen ook wat ze het hele jaar missen. Natuurlijk hopen de Natuur en Milieuorganisaties dat die mensen dan meer ’Nachten van de Nacht’ zelf houden. Misschien dat ze dan zelfs hun zwaar verlichte huizen ook meer in het donker zetten.

Wennen

Veel mensen zijn tegenwoordig bang in het donker en dat komt gedeeltelijk omdat men niet meer gewend is in het donker te lopen. Als je uit een zeer verlichte omgeving het donker instapt, dan zie je ook helemaal niets. Dat komt omdat je ogen eerst moeten wennen aan de nieuwe situatie. Voor je verder gaat, moet je eerst je ogen de kans geven om te wennen aan het donkerte. Ik doe dat door zeker 5 minuten even op die plek te blijven staan en daarna gaat de donkere wereld open voor mij.