Speerwerpen, kogelstoten, hardlopen en alle andere onderdelen van de meerkamp: Jelle Kreeft draait er zijn hand niet voor om. Het 15-jarige atletiektalent uit Rijen timmert stevig aan de weg. Hoogste tijd dus om hem eens aan het woord te laten in de interviewreeks ’De jeugd van tegenwoordig’.

Tekst: Marlene Lunter

Foto’s: Cor de Kok

In het weekend van 24 september vonden bij atletiekvereniging Spiridon de clubkampioenschappen plaats. Jelle Kreeft deed aan acht onderdelen mee en won ze alle acht.

Jelle’s beste onderdelen zijn kogelstoten en speerwerpen. Daarmee staat hij hoog op de landelijke ranglijsten, respectievelijk vijfde en vierde. De kogel van vier kilo stoot hij 14,50 meter weg. De speer van 600 gram landt pas na 50 meter. De uitslagen van de clubkampioenschappen laten zien dat Jelle een multi-talent is.

Mini-mini-pupil

Jelle was nog geen vijf jaar toen hij zich bij Spiridon aanmeldde. Zijn vier jaar oudere broer was lid en Jelle wilde niet alleen thuis blijven. Eigenlijk moet je minimaal zes jaar zijn om met de mini-pupillen mee te doen. “Kogelstoten vond ik meteen leuk,” vertelt hij enthousiast. “Ik was toen niet de dunste en bij kogelstoten is dat een voordeel. Je kunt je gewicht inzetten om de kogel weg te stoten.”

Meerkamp

In de tien jaar dat hij lid is, is hij steeds meer onderdelen gaan doen, wat uitmondde in deelname aan acht achtkampen in de laatste drie jaar. “Het kost een dag of vier om daarvan te herstellen.” Volgend jaar wil hij zich helemaal op de meerkamp toeleggen. Hij gaat dan over naar de volgende leeftijdscategorie: U18. De meerkamp bestaat voor hen uit tien onderdelen: de 100, 400 en 1500 meter, 100 meter horden, kogelstoten, speer- en discuswerpen, ver-, hoog- en polsstokhoogspringen.

Jelle traint gemiddeld zo’n tien keer per week. Zes keer op de verschillende atletiekonderdelen, twee keer loopt hij hard en verder is hij met krachttraining bezig. Drie trainingen werkt hij bij toptrainers in de regio af. Zijn vader, trainer bij Spiridon, brengt hem daarvoor naar Breda, Tilburg en Vught.

Met tegenslag omgaan heeft Jelle al geleerd. “Soms werp ik de speer of discus buiten de sector. Dan wordt het niet opgemeten. Als je dat drie keer doet, ben je uitgeschakeld. Vorig jaar werd ik toen zo kwaad, dat ik ook de andere onderdelen verpestte.”

Het overkwam hem dit jaar zelfs op speer én discus tijdens de nationale C-Spelen, de Nederlandse Kampioenschappen voor zijn categorie: U16. “Dat was heel zuur. Ik was zwaar teleurgesteld, maar kon rustig blijven en snel de knop omzetten. Ik luister dan naar muziek en focus me op de volgende onderdelen. Ik haalde toch nog brons bij het kogelstoten.” Favoriet is de muziek van Michael Jackson en Earth, Wind & Fire. “Die heb ik leren kennen door een computerspel met de gitaar.”

Idolen

Deze zomer was hij met zijn ouders als toeschouwer aanwezig bij de Wereldkampioenschappen Atletiek in Boedapest. “Het kogelstoten was indrukwekkend. De Amerikaan Ryan Crouser had al gewonnen, maar in de laatste poging stootte hij nog verder. Op drie centimeter na een wereldrecord.”

Crouser en zijn landgenoot Joe Kovacs, derde op de kampioenschappen, zijn Jelles idolen. “Ze zijn groot en fors. Die kogel weegt 7,26 kilo en die stoten ze zonder moeite weg. Ik kijk graag naar trainingen die zij posten op internet.”

Kogelstoten vindt hij het leukste om te zien. “Maar ik kan niet kiezen welk onderdeel ik het leukst vind om te doen, daarom ben ik gaan meerkampen.”

Mooiste herinnering

Jelle haalde zijn eerste gouden medaille in 2020 op het kogelstoten indoor. Er volgde veel eremetaal. Dit jaar verwierf hij dus brons met de kogel op de buitenbaan. Daarnaast was hij liefst vijf maal Brabants kampioen: op kogel, speer, discus, de 100 meter horden en de achtkamp.

Afgelopen jaar schreef hij zich in voor de Nederlandse Kampioenschappen tot 18 jaar. Omdat er te veel deelnemers waren, kwam hij op de wachtlijst. “Ik stond derde reserve. Twee dagen van tevoren hoorde ik dat ik mee mocht doen met het speerwerpen. Ik werd zesde. Dat was een fantastische ervaring: mijn eerste Nederlandse Kampioenschappen en dan hoog eindigen bij jongens die allemaal ouder zijn.”

Grote stappen

Hij geniet van het trainen op verschillende onderdelen. “Dat is afwisselend. Het wordt nooit saai.” Ook vindt hij het fijn om met anderen in een groep te trainen. “Je bouwt een band op met al die atleten. Niet alleen in Rijen, maar ook op de regionale trainingen.”

Elke dag fietst Jelle op en neer naar het Newmancollege in Breda, 12 kilometer heen en 12 kilometer terug. Hij zit hij in het vierde jaar van de havo. Omdat hij het meeste huiswerk al op school maakt, kan hij zoveel tijd in atletiek stoppen. “Als er een toets aan komt, laat ik wel eens een training schieten.”

Wat hij na de havo wil gaan doen, weet Jelle nog niet precies. “Iets in de techniek of fysiotherapie. Of misschien het vwo.” Fulltime atleet worden ziet hij ook wel zitten. “Maar dat is niet voor veel mensen weggelegd. Er zijn nog een paar atleten beter dan ik. Ik moet nog grote stappen zetten.”