De eerste zondag van oktober is al weer gepasseerd. Muziek maken op het kermismatinee, met de kinderen en kleinkinderen de kermis over, een oliebol en praatje onderweg en dat was het weer.

Bij het overlijden van mijn moeder kwamen ladingen foto’s naar boven en dan is het weer leuk om te kijken naar de kermisfoto’s van vroeger. Op een vaste plek in Korte Wagenstraat poseerden we als gezin ieder jaar voor de fotograaf. We waren dan accordeonist d’n Sjeng al gepasseerd. Daar stonden we dan in onze wintergarderobe ook al vielen de mussen soms van het dak. Als voorbereiding waren we met de bus naar de stad geweest om daar de kinderbijslag kapot te slaan. Een jas op de groei gekocht dus enigszins voor schut. Gelukkig stond ook moeder te zweten in haar winterjas.

De kramen passeerden we. Vooral de snoeptent van d’n Bul lokte natuurlijk verschrikkelijk. Die zou pas bezocht worden bij terugkeer van de kermis.

Eigenlijk wisten we al precies waar alle attracties hun plek hadden. Ieder jaar hetzelfde recept was en we waren al vanaf woensdagmiddag ooggetuigen geweest bij de opbouw van de kermis. De stoerste mannen stonden bij de schommels en de Swing Mill, de bekendste bij de Cakewalk. Moeder kende de familie Janvier waarvan we pas veel later ontdekten dat het op zijn Frans moest worden uitgesproken. Uiteraard zagen we elk jaar Joep terug die iedereen de eerste beginselen van het cakewalken bij bracht.

Maar dat was allemaal later. De eerste kermisjaren bestond ons vertier voornamelijk uit ritjes in de draaimolen, de Holle bolle Gijs en soms een bootjesmolen. De kwast te pakken krijgen was het hoogtepunt van de rit. Met vader in de bosauto’s en met moeder in de rups. Even bij de ronde kraampjes kijken waar opa aan de lopende band klokken en horloges stond te winnen. Wij wisten wel hoe laat het was. Alles werd ingeruild voor het zoveelste bestek voor oma. Zonde vonden we dat.

Op de weg terug tijd voor een oliebol en een lèkstok of zuurbal. Geen speelgoed uit de kraam. Dat was altijd rotzooi volgens onze resolute moeder. Nee, wij mochten een spulleke uitzoeken in de VIVO-winkel van Jaoneke van der Heijden. Meestal even langs de kraam van Gerrit ‘d’n Kreut’ Vermeulen voor paling, maar die was aan mij niet besteed. Wel de rondgang later in de middag langs de verschillende cafés, eindigend op het adres waar mijn vader met zijn band ‘the Mixers’ speelde. Uiteraard de beste band, maar wij waren lichtelijk chauvinistisch.

Zondag dus met de kleinkinderen op de kermis. Ook nu de gebruikelijke attracties op hun vaste plaatsen. Nog steeds prullen bij het touwtje trekken. Volop foto’s maken met onze mobieltjes. Ik vraag me een ding af: ‘Zullen de herinneringen over 60 jaar net zo stevig in hun geheugen zitten?’