Van 28 juli tot en met 5 augustus werden de World Dwarf Games in Keulen gehouden; een sportevenement voor mensen met een groeistoornis van over de hele wereld. De 22-jarige tafeltennisster Ivana Maas uit Molenschot ging naar het evenement en veroverde maar liefst drie gouden medailles. Eén daarvan kwam zelfs totaal onverwachts, bij een sport die ze ‘voor de fun’ deed. Ze vertelt over haar (verrassende) prestatie en de voor Ivana minstens zo kostbare herinneringen die ze ook buiten het sporten om opdeed.

Door Syb Faes

Maandenlang trainde Ivana voor haar deelname aan de World Dwarf Games (WDG). Ze zou Nederland in eerste instantie vertegenwoordigen bij tafeltennis, maar schreef zich ook in voor andere sporten. “Ik had mezelf ingeschreven bij tafeltennis, voetbal, atletiek, boccia en badminton,” zegt Ivana. Andere sporten waar ze zich niet voor inschreef waren gewichtheffen, zwemmen, basketbal en boogschieten. “Van tevoren wist ik niet wat ik kon verwachten. Veel mensen zeiden dat het een eigen wereldje is waar je negen dagen lang in zit.” Terugblikkend kan ze zeggen dat dat ook daadwerkelijk het geval is: “Ik heb geen enkele keer gehad dat ik anders was dan anderen.” Sterker nog, waar Ivana in het dagelijkse leven voor omstanders opvalt vanwege haar groeistoornis, vielen op de WDG vooral de mensen zonder groeistoornis op. “Er waren in totaal meer dan vijfhonderd atleten. Moet je je eens een veld voorstellen met vijfhonderd kleine mensen. Mijn ouders stonden daartussen en dachten: ‘wat zijn we hier lang joh’. Toen waren zij de unieke.”

De reis

“Het was iets meer dan twee uur rijden, dus ik was er ook redelijk snel. Toen ik bij het hotel aankwam, kwam ik al snel teamgenoten tegen. Het scheelt dat we knaloranje shirtjes hadden, die vielen enorm op.” Alles was perfect geregeld volgens Ivana: de informatievoorziening, het openbaar vervoer, de planning en bovenal: krukjes. “Overal waar je eten kon halen stonden krukjes. Net zoals in alle hotelkamers, en er waren 5 of 6 hotels, dus dan kun je nagaan hoeveel krukjes dat zijn geweest. Maar ook bijvoorbeeld bij de openingsceremonie waar je op elk land moest wachten, stonden krukjes. Dat maakte het makkelijk, je hoefde je zelf geen zorgen meer te maken.” En waren de kosten ook geregeld? “We moesten het grootste deel zelf betalen, maar de kleding kregen we gesponsord. De reiskosten vielen voor ons gelukkig wel mee, maar voor mensen uit Australië is dat heel anders.”

Classificatie

Eenmaal bijgekomen van de reis begon het officiële deel om het evenement zo eerlijk mogelijk te laten verlopen. “Bij de classificatie kreeg ik te horen in welke klasse ik thuishoorde. Je hebt vier klasses, puur gebaseerd op je lengte. Iedere klasse is weer in drie andere gecategoriseerd: boven-, midden-, en onderlichaam. Bij hardlopen letten ze bijvoorbeeld op je onderlichaam en bij kogelstoten op je bovenlichaam. Een arts keek naar mobiliteit en kracht,” Een ingewikkelde klus die van groot belang is, er zijn namelijk honderden verschillende soorten groeistoornissen die allemaal andere voor- en nadelen met zich meebrengen ten opzichte van elkaar. Ivana: “Negentig procent heeft achondroplasie, maar ik zit in de overige tien procent. Vanwege mijn bijzondere groeistoornis heb ik minder mobiliteit en kracht dan mensen met een veelvoorkomende groeistoornis, waardoor ze mij in een klasse lager hebben gezet. Conflicten over voordelen vanwege bepaalde groeistoornissen worden dus opgelost door zo’n klassensysteem te gebruiken.”

Het eerste goud

En toen kon het sporten beginnen. Althans, voor iedereen die niet - net zoals Ivana - met onvoorstelbaar ongunstige timing ziek werd. “Ik ben vier nachten ziek geweest. Ik twijfelde enorm of ik mee moest doen met atletiek, maar ik had badminton eerder in de week ook al gemist, dus besloot ik om mee te doen. Het ging die dag weer beter, toen ik eenmaal bezig was zat ik zo vol met adrenaline dat ik vergat om ziek te zijn.” Haar eerste obstakel was overwonnen, nu de medailles nog. “Hardlopen was hem niet helemaal geworden. Ik was acht seconden later dan de eerste.” Nóg een obstakel. Waren de World Dwarf Games gewoon niet voor haar weggelegd? Toen Ivana begon te speerwerpen kreeg ze haar antwoord. “Ik probeerde speerwerpen even voor de fun, gewoon om te kijken hoe goed ik was ten opzichte van de anderen. Voordat ik het wist stond ik in de finale met iemand uit Canada en iemand uit India. De eerste keer gooide ik al verder dan de andere twee. Daar keek ik raar van op, ik dacht: ‘hoezo gooi ik nu als verste?’ Ook bij ronde twee gooide ik met 6,36 meter het verste, en uiteindelijk won ik daarmee de gouden medaille. Dat was heel vet.”

Dilemma

De eerste medaille was binnen. De andere twee werden op dezelfde, en ook de laatste avond, binnengehengeld. Waar de organisatie eerst nog vlekkeloos verliep, ging het precies bij tafeltennis, Ivana’s hoofdsport, mis. “Ze moesten alle wedstrijden in de ochtend nog inplannen omdat ze zeker wilden weten dat iedereen kwam opdagen. Uiteindelijk hadden ze mij ook nog in de verkeerde klasse ingedeeld - bij de 35+-klasse en de klasse waar zonder rolstoelen werd gespeeld. De wedstrijden waren al begonnen, en toen zijn ze mij overal gaan bijschrijven. Dat was heel stressvol.” Alles liep uit, waardoor ze vervolgens moest kiezen tussen tafeltennissen, of later op de dag de voetbalfinale meespelen. “Dat is een vervelende keuze om te maken, ik wilde het allebei. Uiteindelijk heb ik toch voor tafeltennis gekozen, omdat ik was gekomen voor tafeltennis, net zoals mijn vrienden, familie, coach Stefan van tafeltennisvereniging Tios en mijn trainingsmaatje. Ik kon toen niet zeggen: ‘ik stop ermee, ik ga voetballen.’ Bij tafeltennis had ik er vertrouwen in dat ik ver zou komen.”

De wedstrijd

Tafeltennis werd dus Ivana’s keuze, ten opoffering van de voetbalfinale meespelen die uiteindelijk goud opleverde. “De [tafeltennis]wedstrijd verliep perfect volgens het boekje, alles waar ik van tevoren op had getraind kwam precies goed uit. Toen ik het winnende balletje sloeg, dacht ik: ‘ik heb hem, het is gelukt.’ Toen had ik iets bereikt waar ik al lang naartoe leefde. Er ging zoveel door mijn hoofd. Ik was heel blij, en mijn supporters waren dat ook. Ik zou zo weer terug naar dat moment willen. Na de ceremonie ben ik snel naar het voetbalveld gegaan, waar ze na penalty’s hebben gewonnen. Het feestje brak los, maar ze kwamen als eerste naar mij toe rennen. Ze sleurden mij het veld op, vroegen: ‘hoe ging het bij tafeltennis?’ en daarna hebben we een feestje gebouwd. Ze betrokken me er meteen bij.” En met het wegschieten van de kurk van de champagnefles werd de prestatie van het Nederlandse team op de World Dwarf Games definitief gemaakt: negenenvijftig medailles, waarvan vijfentwintig keer goud, eenentwintig zilveren plakken en dertien keer brons.

Sfeer

De vriendelijke en hechte sfeer binnen het Nederlandse team is - naast Ivana’s eigen prestatie en ondanks alle obstakels - de reden waarom haar negen dagen fijn werden afgesloten. “Iedereen gunt elkaar alles. Je was er om je team te ondersteunen, en zo zag iedereen het volgens mij. Als iemand een doelpunt maakte, dan liep diegene eerst naar het team, zonder het alleen te vieren. Soms wilden twee mensen zelfs de ander laten scoren, recht voor het doel van de tegenstander. ‘Doe jij maar’, ‘nee jij schiet harder’, ‘nee maar ik heb net al een doelpunt gemaakt’. De teamspirit was heel goed, dat merkte je aan alles.”

Ook de internationale sfeer zat er goed in, de grenzen tussen landen vervaagden. “Het was één groot feest. Iedereen was superlief. De laatste avond hadden we een eindfeest, dat was een unieke ervaring. Als ik in het normale leven uitga vormt mijn vriendengroep een cirkel om mij heen om ervoor te zorgen dat ik geen elleboog in mijn gezicht krijg. Nu had ik daar totaal geen last van. Normaal word ik niet gezien, kijken en lopen mensen over me heen omdat ze denken dat er ruimte is. Nu had ik dat helemaal niet. Ik kon de deejay zien, ik kon de bar zien, ik kon over mensen heen kijken; ik kon iets meer mezelf zijn. De lengte is tijdens de negen dagen hooguit één keer ter sprake gekomen. Je hebt het over je hobby’s, over wat je doet in je leven. Als je het er wel over zou hebben is dat ook geen probleem, omdat iedereen toch ongeveer hetzelfde heeft meegemaakt.”

Missen

Inmiddels zijn de World Dwarf Games al een paar weken achter de rug. Een ervaring van absolute, en treurig genoeg ook zeldzame gelijkheid, dat zou iedereen toch meteen gigantisch missen? Ivana is er nuchter over: “Ik dacht dat ik het nu meer zou missen, maar het scheelt dat je terugkomt in je eigen, normale wereld. Thuis hoef ik ook geen trappen te lopen, op mijn werk kennen ze me al. Maar als ik door de supermarkt loop en een kindje hoor zeggen: ‘mama, die is klein’, dan denk ik: ‘oh ja, nu wel weer’. Daar had ik op de WDG geen last van. Maar het is niet erg, je went aan allebei de werelden heel snel.”

Naast drie gouden medailles, neemt Ivana ook nieuwe vriendschappen mee vanuit Keulen. Ze spreekt dagelijks met de mensen die ze daar heeft ontmoet, en er zijn al afspraken in de maak om elkaar binnenkort te ontmoeten in Nederland. “De vereniging van Kleine Mensen organiseert de komende maanden een paar activiteiten. Dan zie ik iedereen die bij de WDG was weer. Dat is fijn, want we hebben samen een heel avontuur beleefd.”