Misschien heb je ze wel eens gezien. Rijdend op zo’n raar fietsje zonder zadel proberen ze allerlei obstakels te bedwingen zonder een voet aan de grond te zetten. Daarbij springen ze van de ene hindernis naar de andere. Onlangs vond het Nederlands kampioenschap ‘bike trial’ plaats. En de winnaar … komt uit Tilburg!
Tekst: Theo van Etten
Fotografie: Katja Wittens
De achtertuin van Victors ouderlijk huis staat vol met obstakels: pallets, betonelementen, zelfgemaakte tafels en boomstammen. ‘Chaos’, zou een willekeurige bezoeker denken. Maar niet voor Victor van der Velden. Dit is zijn trainingsdomein. Hier is hij dagelijks enkele uren bezig om zijn stijl te perfectioneren. Met maar één doel voor ogen: steeds beter worden in zijn sport.
Op nationaal niveau is de vijftienjarige Tilburger de beste in zijn leeftijdsklasse. Vijf jaar geleden ging hij zijn eerste uitdaging aan: balanceren op het achterwiel. De dappere poging was nog niet heel succesvol, “Mijn schenen lagen helemaal open,” herinnert hij zich. “Toen heb ik de fiets een hele tijd niet meer aangeraakt, maar na een tijdje begon het toch weer te kriebelen. Tijdens corona kon ik nergens terecht. Toen ben ik maar pallets gaan verzamelen waarvan ik mijn eigen obstakels bouwde. Op een gegeven moment lagen er wel vijftig in de tuin. In die periode werd ik steeds fanatieker.”
Zes pallets hoog
Maar fanatiek was hij al. Vanaf zijn zevende doet Victor aan mountainbiken, later gaat hij ook wielrennen en veldrijden. Samen met een vriend bedenkt hij nieuwe hindernissen om zijn techniek verder te verfijnen. Bij bike trial gaat het namelijk om technische vaardigheden, fysieke fitheid en mentale focus. Dat vraagt om balans, behendigheid en precisie. Een voet aan de grond tijdens een parcours betekent strafpunten, bij twee voeten aan de grond ben je direct uitgeschakeld. Victor traint daarom zowel op conditie (door middel van wielrennen) en hij doet aan krachttraining. “Je moet sterk zijn om een explosieve sprong van zes pallets te kunnen maken.” En dan lachend: “Als wij een hoogte willen aanduiden, dan praten we in pallets, niet in centimeters.”
Zijn grote held heeft een prachtige achternaam: Charlie Rolls. Victor: “Die gast is zó ontzettend soepel, relaxed en zelfverzekerd. In vergelijking met hem ben ik eigenlijk een heel botte rijder. Ik moet het vooralsnog van mijn kracht hebben. De komende jaren wil ik trainen op souplesse, zodat ik veel ‘smoother’ kan rijden. Dat heb je nodig bij de grote wedstrijden. Vaak gaan we over scherpe rotsblokken heen en je wilt echt niet lekrijden. Ook qua focus en wedstrijdbeleving kan ik nog beter worden. Maar dat komt wel met de jaren.”
Gekke ouders
Graag zou Victor zien dat de sport in Nederland groot wordt. Nu is hij afhankelijk van zijn ouders, die hem overal naar wedstrijden toe brengen. Vader Hein: “Ik ben vader, coach, chauffeur en mecanicien tegelijk. In Nederland zijn hoegenaamd geen faciliteiten.” En dus rijdt het gezin naar het motorbiketrialterrein in Schijndel en bezoeken ze internationale wedstrijden in België, Duitsland, Spanje of Polen. Hein: “Als je deze sport serieus wilt beoefenen heb je een paar gekke ouders nodig.”
Moeder Katja vult aan: “En vergeet de financiën niet. Victor heeft weliswaar een ‘belofte sportstatus’ vanuit de KNWU, maar dat beperkt zich tot een stukje flexibiliteit vanuit de school. Gelukkig gaat Lokaal Tilburg een motie indienen om in Tilburg een bike trial-locatie te openen, dat zou de eerste Nederland zijn. De UCI en KNWU zijn hier ook enthousiast over. Zij zien de sport als middel om kinderen goed te leren fietsen.”
Is de sport daarmee slechts voor enkelen weggelegd? “Zeker niet,” reageert Victor. Het is juist heel laagdrempelig. Met een beetje oefenen kun je binnen enkele maanden al een paar leuke technieken leren. En het ziet er natuurlijk supercool uit. Wie kan nou met een fiets op het puntje van een rots balanceren? Ik zou graag sparren met Tilburgse bikers. Dus jongens en meisjes: ga aan bike trial doen!”
[KADER]
Bike trial wordt gereden op speciale, lichtgewicht trialfietsen met dunne banden en zonder versnellingen. Een parcours kan bestaan uit betonnen blokken, boomstammen, rotsen en trappen. Het doel is om deze obstakels te overwinnen door middel van technische vaardigheden, zoals het maken van sprongen, wheelies en hops.
Rijders moeten een aantal secties voltooien zonder fouten te maken. Enkele veelvoorkomende technieken zijn ‘bunny hop’ (het optillen van de fiets met beide wielen van de grond), ‘rear wheel hop’ (het achterwiel op een obstakel plaatsen), ‘front wheel hop’ (het voorwiel op een obstakel plaatsen) en ‘pedal kick’ (waarbij je de pedalen gebruikt om over obstakels te springen).
Op YouTube vind je volop filmpjes van deze uitdagende sport.