Wat is het heerlijk om in deze periode de bossen in te trekken of langs mooie weidegebieden te lopen. Overal hoor je vrolijke zangers, zie je baltsende vogels, hoor je zoemende insecten, laten de zoogdieren zich meer zien en geuren de frisse bloesems. Het is dus volop broedseizoen en dat maakt mij altijd blij, want het nieuwe leven komt er aan. Overigens heeft al die vrolijkheid ook een schaduwkant en dat is kwetsbaarheid. Al dat aankomende jonge leven baart veel zorgen en wij mensen moeten daar heel veel rekening mee houden. Helaas gebeurt dat te weinig.

Honden aan de lijn

In de natuurgebieden moeten honden altijd aan de lijn, maar in het broedseizoen zeker. Het kwetsbare jonge leven is fragiel en loslopende honden jagen vaak van alles op. Ook katten veroorzaken veel onrust en daarom is het goed om de katten de bel aan te binden of in deze periode meer binnen te houden. Al die onrust betekent energieverlies en dat is voor veel jonge vogels en jonge zoogdieren soms fataal. Alle energie is namelijk belangrijk om snel te groeien en daarvoor is veel voedsel en rust noodzakelijk. In deze periode is vooral rust, in ons zo drukke land, in de natuur hard nodig. Veel dieren hebben een bepaalde tijd nodig tussen het moment waarop ze geboren worden en het moment waarop ze zichzelf kunnen redden. We rekenen daar al snel 2 maanden voor en dus tot eind juli is het goed om je wat rustiger te gedragen in het bos. Het is ook nog eens verstandiger om in die periode zeker op de paden te blijven. Daarnaast, maar dat geldt voor altijd, om geen zwerfafval achter te laten. Tevens moeten wegbermen, slootkanten en perceelsranden etc. met rust gelaten worden. Dit zijn namelijk voor veel planten, maar ook dieren, onder andere insecten, veilige omgevingen. Zie ook mijn vorige column ’Maai Mei Niet’.

Bronsttijd

Reeën paren in juli en augustus en ook dit wordt de bronstijd genoemd net als bij edelherten, maar die hebben de bronst later. Daarna hebben de reegeiten een verlengde draagtijd en eind december komt het embryo tot ontwikkeling. Na een draagtijd van ongeveer 290 dagen worden eind mei tot begin juni, de reekalfjes geboren. Deze diertjes worden door de moeder op speciale uitgekozen plekken in het bos gelegd. Daar liggen de reekalfjes dan heel stil in het gras of tussen de bladeren en struiken. Het bijzondere is dat ze vrijwel geen geur hebben en dit is om niet direct op te vallen voor natuurlijke vijanden. Het is dan ook logisch dat deze diertjes bij gevaar niet wegrennen, maar volledig vertrouwen op hun geurloosheid en schutkleur. Kom je zo’n reekalfje tegen, raak het niet aan, maar loop rustig door.

Helend

We vinden het allemaal zo fijn in het bos of in andere natuurgebieden en we zijn met z’n allen zo blij dat we nog veel natuur hebben, maar we zorgen met z’n allen nog teveel voor onrust. Het zou dus goed zijn dat we daar meer aan denken en sterker nog rust in de natuur is ook helend voor de mens.