De scholekster is een vreemde vogel. Oorspronkelijk is hij een bewoner van de kusten en stranden, maar hij komt ook al heel lang in onze omgeving voor. Het gedrag bij het maken van een nest is echter steeds hetzelfde gebleven. Een kuiltje in het zand of in het grind, een paar plantenstengels erin en daarin worden dan de eieren gelegd. Zo zijn de vrijwilligers van de Weidevogelbescherming het inmiddels gewend en ze treffen zijn nesten dan ook dikwijls aan in het gebied, tussen andere akker- en weidevogels: ”Met zijn zwart-witte verenkleed en met rode poten en snavel is hij een niet te missen verschijning in het buitengebied. Zijn kenmerkende schelle roep: te-piet, te-piet, te-piet! zorgt voor zijn bijnaam van bonte piet.”

De laatste jaren wordt gemerkt dat de scholekster een nieuw broedterrein heeft ontdekt, namelijk op platte daken in het bebouwde kom. Zo broedt er al enkele jaren een koppel op het bejaardenhuis St. Franciscus in Gilze en nestelt hij waarschijnlijk ook op bedrijfsgebouwen en loodsen. Dat is een landelijke trend en de vogelbescherming besteedt er dit jaar bijzondere aandacht aan.

Brabants Landschap

Ook Brabants Landschap is ermee aan de slag gegaan. Onder de paraplu van Brabants Landschap werken door de hele provincie vrijwilligersgroepen aan de bescherming van weidevogels. En nu trekken deze weidevogelvrijwilligers achter de scholekster aan en gaan ze het dak op. Door het plaatsen van speciale broedplateaus gevuld met schelpen of grind wordt als het ware een klein stukje van het oorspronkelijke broedmilieu aangeboden. Bij proeven in andere gebieden is al gebleken dat deze werkwijze succesvol kan zijn. Er was een plan voor het plaatsen van een broedplateau op het gemeentehuis in Rijen maar dat is net afgeketst. Scholeksters worden regelmatig gezien tussen en op gebouwen op bedrijventerreinen. ”We gaan nu op zoek om dit plateau op een bedrijfsgebouw te plaatsen. De vrijwilligersgroep weidevogels heeft overigens in het buitengebied ook al enkele van deze plateaus geplaatst. Deze staan op een paal aan de rand van een wei of akker. Het idee is dat hiermee leegroven door vossen en dassen wordt voorkomen. Het is nog afwachten wat de scholeksters hiervan vinden, maar van elders worden positieve resultaten gemeld. Zo ontwikkelen we als vrijwilligersgroep aan nieuwe initiatieven om onze weidevogels betere kansen te geven.”

Meer informatie? Vraag het aan de coördinator in de ABG-gemeenten: André Helder in Gilze, tel 06-51200539.